Het zou een uitroep kunnen zijn: ‘Heel de mens!’. Maar wie moet dat dan doen?
En, is het nog niet te laat? Dat de mens heling , of leven vanuit heelheid kan gebruiken, is wel duidelijk. Het overgrote deel van de mensheid leeft nog altijd vanuit een gevoel van afgescheidenheid. De natuur heeft daar geen last van. Dieren ook niet. Daarom zijn zij dan ook uitermate ‘geschikt’ om wat meer balans te brengen in onze levens.
Ik merk zelf als ik bij de paarden op de weide sta, of bij de hond of de kat in de buurt ben, dat ik spontaan in een soort ‘ruimte’ terecht kom waar er, als vanzelf, een natuurlijke aanwezigheid doordringt. Denken valt weg, wordt overbodig als de kat haar aai vraagt, of de hond zijn blijheid uit omdat hij mee naar buiten kan. Maar datzelfde kan ik voelen als ik naar de vogels luister in de vroege ochtend. Er is op zo’n moment niks anders wat me méér zou kunnen interesseren dan dat. Zo’n moment is ‘vervullend’. Een dergelijke aanraking, zowel letterlijk als figuurlijk, activeert iets in me, een levensvreugde of een enthousiasme.
Er ontstaat een uitwisseling van energie, van wederzijds blij zijn met elkaars aanwezigheid, zonder dat daar een andere reden voor is dan dat: het samenzijn zelf. Alsof er iets ‘aan’ wordt gezet en er verwondering ontstaat over het wezen dat ik voor me zie of hoor en dat tegelijk in mezelf voel.
Er zijn al dikke boeken over geschreven, maar het is ook zó waar: We kunnen zoveel leren van dieren. En dan bedoel ik niet leren zoals we dat al jaren gewend zijn. Het is een ander soort leren, meer energetisch en gevoelsmatig dan conceptueel.
Toen ik een tijdje geleden met onze hond op stap was, viel me op hoe hij onvoorstelbaar nieuwsgierig was voor al wat er om hem heen gebeurde. Hij wist niet waar eerst kijken.
In zijn ‘proberen om alle impulsen op te nemen’, merkte ikzelf niet dat terwijl ik hem heel de tijd aan de lijn gevoeld had, dat gevoel plots verdwenen was. Ik keek opzij en hij liep de weg op. De lijn was op de een of andere manier los gegaan. Ik kon een lichte paniek niet vermijden en riep hem terug, maar hij keek alleen maar even om en wandelde vrolijk en onverstoord verder. Er kwam een auto aan. De bestuurder had hem gelukkig meteen gezien en remde tijdig. Ik rende ondertussen naar hem toe, pakte hem op en droeg hem naar de kant van de weg. Wat nog best een klus is met een flinke volwassen Lagotto.
We liepen verder en terwijl ik nog een klein beetje innerlijk daverde van het voorbije moment, kwamen er allerlei gedachten in mijn hoofd over wat er had kunnen gebeuren. Maar toen ik naar ‘Truffe’ keek, merkte ik dat hij het spannende moment al achter zich had gelaten. Hij droeg het niet met zich mee naar het volgende moment. Ik wel. Zijn reactie deed me glimlachen. Het maakte me blij en het ontroerde me tegelijkertijd hoe hij me aan de realiteit herinnerde, aan het hier-en-nu. Geen verhaal, geen probleem. Geen scenario’s over wat had kunnen gebeuren. Hij nam het me niet kwalijk dat ik niet goed opgelet had waardoor hij had kunnen ontsnappen. Een hond kan dat soort verbanden überhaupt niet leggen. Ik zou kunnen zeggen dat hij me meteen vergeven had, maar er was niet eens iets dat hoefde vergeven te worden. Hij was weer net zo nieuwsgierig en ontvankelijk voor alle indrukken om hem heen als daarvoor. En in die natuurlijke staat van zijn, verkeert de hond de rest van zijn leven.
Hoeveel tijd verspillen wij wel niet met het afdraaien van verhaaltjes over wat had kunnen zijn of over wat misschien zal zijn?
Terwijl al die tijd het wonder van van het bestaan onder onze voeten ligt.
Wij mensen zijn vaak zo druk bezig met doen, dat we gemakkelijk vergeten dat we in de eerste plaats alleen maar zijn. Als ik de weide in loop, komen de paarden meestal langs om even te checken wat ik van plan ben. Als ik dan niks doe en gewoon maar tussen hen blijf staan, word ik al snel, voor hen ‘a member of the herd’. Ze staan dan -zoals paarden dat doen- te staan. Zo staan we dan een tijdje bij elkaar tot er een zekere stilte over me heen komt. De paarden stralen dan zo’n enorme ‘zijnswijsheid’ uit – een ‘ik-sta-hier- gewoon-aanwezig-te-wezen’ -energie. Ik voel mezelf dan terplekke sterk aarden door hun uitstraling en zak af in dezelfde staat van ontspannen alert zijn. Op zo’n moment is het alsof ze me leren, de grond onder mijn voeten te waarderen, de aarde die me draagt. En om eenvoudigweg daar te zijn waar ik ben, samen te vallen met het moment. Wanneer ik daarna naar binnen ga om mijn dagelijks werk terug op te nemen, voel ik me rustiger, gefocust, geaard in het nu. Daarvoor kan ik de paarden niet vaak genoeg danken. En als zij plots al eens schrikken van een ree die onverwacht door de weide rent en de omheining oversrpingt, dan staat de hele kudde een paar minuten in complete rep en roer en dan… keert de rust terug en gaan ze, in alle rust verder met hun hoofdactiviteit:
16 uur per dag knabbelen.
Ik heb dan ook van hen geleerd dat als er iets me druk maakt, ik dat best los kan laten door te aarden, zodat ik opnieuw in het -hier-en nu- kan zijn. Want zeg nu zelf, hoe lang dragen wij onze stress, angst, twijfel of boosheid, of spanning enz… met ons mee?
Dat is inderdaad toch wel de belangrijkste les die onze dieren ons toelaten om van hen te leren om, hier en nu te zijn met dat wat is. Mèt dat wat is, ín dat wat is en àls dat wat is.
Ze onderwijzen ons om, als het ware, samen te vallen met het leven, de onmiddelijkheid van het leven niet te missen door met verleden, toekomst en ‘ergens anders’ bezig te zijn.
Dit moment is kostbaar in de zin dat het enige wat ‘werkelijk’ te ervaren is in dit moment ligt. We kunnen ons heel leven mentaal weg projecteren bij wat hier nu is, maar dat is een staat van spanning, stress en ontevredenheid. Dieren laten ons voortdurend zien hoe ontspanning, aanwezigheid en levensvreugde eruit zien. We hoeven alleen maar een beetje op te letten, een beetje ontvankelijk te zijn voor hun levenslessen. Zij leven in heelheid, niet afgescheiden van het geheel. En is die heelheid nu niet net dat wat wij het hardste nodig hebben?
Za 5 februari 2022
Met dank aan mijn inspirators de dieren, Ludo De Jongh en Joël Cloetens.
Infospirator
Comments