Heb jij ook al gemerkt hoe vaak volwassenen aan zeer jonge kinderen vragen wat ze,
‘later’ willen worden? Niet ‘WIE’ ze als mens willen worden, neen ‘WAT’ ze willen worden.
En kom jij ook wel eens meisjes of jongens van zeventien tegen die groen zien van de stress omdat hun ouders nu eindelijk wel willen weten welke studierichting ze na de vakatie zullen aanvatten? Hoe ze hun leven vorm zullen geven. Als dat niet snel genoeg gaat, lopen ze met hun zeventienjarige rond op alle Opendeur-Dagen van mogelijke studierichtingen,
om te zien of zoon of dochter niets van zijn of haar gading kan vinden.
Of we willen of niet, we leren al heel vroeg om zo ons ‘idee’ te hebben over wie we willen zijn en hoe we ons leven willen leiden in deze maatschappij, niet alleen qua loopbaan.
Van jongs af hebben we ‘ingelepelde’ ideeën via maatschappij, sociale klasse, opvoeding, vriendenkring, onderwijs, opleiding, media, influencers… over waar we willen wonen, naar welke school we willen, met wat voor iemand we willen trouwen en hoeveel kinderen we willen.
Die voorstelling kan je natuurlijk inspireren om gedurfdere doelen te stellen en je naar het pad loodsen om deze te bereiken: ‘Ik wil brandweerman, piloot of astronaut worden, ik wil later in een grote villa met een zwembad wonen, ik wil naar een school gaan waar iedereen een blauw pakje draagt, ik wil dat de mooiste jongen van de klas verliefd op me word. Ik trouw met hem en hij wordt een geslaagd zakenman. Ikzelf word arts. Kinderen horen niet in mijn plan… of ik wil veel kinderen, een groot gezin en we emigreren naar Frankrijk waar we geslaagde wijnboeren worden. We hebben ons eigen wijnlabel dat buiten de grenzen van het land en in de belangrijkste wijngidsen een begrip wordt of ik word een spiritueel medium en iedereen wil door mij geholpen worden.
Het gevaar van zulke plannen is dat ze leiden tot tunnelvisie – dat je blind wordt voor andere mogelijkheden. Je weet niet hoe de tijden en omstandigheden verandering brengen in wat je wilt en wie je wilt zijn. Wanneer je je levens-gps hebt vastgezet op één bestemming, krijg je misschien wel de juiste aanwijzingen om te belanden waar je uiteindelijk NIET wilt zijn.
Wanneer je dan constateert dat je werkt aan een plan dat niet volgens plan gaat, is je eerste opwelling meestal niet om dit plan opnieuw te overwegen. Meestal zul je een tandje bijzetten; meer mensen en middelen erin steken. Je verhoogt met andere woorden de inzet omdat je rationaliseert – voortdurend je eerdere overtuiging rechtvaardigt. Zo streel je je ego, bescherm je je imago en bekrachtig je beslissingen uit het verleden.
We sluiten, met andere woorden allerlei levensplannen uit. Zodra je er één hebt gekozen, maakt het deel uit van je identiteit. En dan wordt het moeilijk om je inzet in te trekken of af te schaffen. Misschien ben je een andere taal gaan studeren omdat je dacht dat je graag in die taal wilde lezen… maar daardoor begreep je dat je -eigenlijk- vooral niet graag ‘schrijft’. Tijdens een pandemie ga je studeren, waardoor je achteraf conlcludeert dat je een tussenjaar had moeten nemen? Je verbreekt een relatie omdat je ervan overtuigd bent dat je nog geen kinderen wilt en jaren later kom je erachter dat je misschien…
Door zulke gelegenheden uit te sluiten kun je je ontwikkeling tegenhouden. In sommige opzichten is het uitsluiten van identiteiten het tegendeel van een identiteitscrisis: in plaats van te accepteren dat het onzeker is wie je wordt, houd je steeds krampachtiger vast aan je eigen overtuigingen en sla je bijvoorbeeld halsoverkop een carrièrepad in. Studenten die op hun twintigste het zekerst zijn van hun carrièreplan, hebben op hun dertigste vaak de grootste twijfel over hun keuze, heb ik gemerkt. Ze hebben hun keuze te weinig ‘heroverwogen’ of ze hebben de invloed die anderen op hen hebben uitgeoefend, niet heroverwogen.
Soms kan dat zijn omdat ze te veel ‘denken als politici.’ Ze willen zo graag de goekeuring van ouders, groepsgenoten, achterban. Ze laten zich verleiden door status, maar ze beseffen niet dat het een slechte keuze is als je er niet zelf blij van wordt – ook al maak je indruk op anderen met prestaties, of denk je een hoger doel te dienen, of al heb je een band met een persoon, of een bedrijf.
In andere gevallen zitten ze soms vast aan ‘de domineemodus’. Ze vullen de knelpuntberoepen in om zekerheid en veiligheid te verwerven maar zien hun baan als een
heilige zaak. En soms zitten ze in ‘een aanklagersmodus’. Ze beschuldigen studiegenoten ervan hun ziel te verkopen aan het kapitalisme en storten zich op non-profitactiviteiten om de wereld te redden.
Helaas weten ze te weinig van de baan en te weinig over hun eigen ontwikkelin om een keus voor het leven te maken. Ze raken verstrikt in een periode van ‘zelfoverschatting’, zijn trots op hun carrière-identiteit en omringen zich met mensen die hen bevestigen in die overtuiging. Wanneer ze uiteindelijk ontdekken dat het werk niet (meer) bij hen past, is het in veel gevallen te laat om zich te bedenken, ook al is dat natuurlijk ook maar een overtuiging. Ze argumenteren hun overtuiging door te zeggen dat ze al te veel hebben geïnvesteerd om het op te geven: het offer qua salaris, status, vaardigheid en tijd lijkt te groot, of schrikt af.
Het lijkt me daarom niet slecht om, zoals je een afspraak maakt met de oogarts of de tandarts, ook als er nog niets aan de hand is… jaarlijks een tweetal afspraken te maken met jezelf of met een coach die je hierin kan ondersteunen, om je carrière onder de loep te nemen. Mijn uitnodiging is om tweemaal per jaar een herinnering in je agenda te zetten, om jezelf een paar vragen te stellen:
‘Wanneer ontstonden de aspiraties die je nu najaagt?’
‘In welke zin ben je sindsdien veranderd?’
‘Heb je een leerplafond bereikt in je functie of bij je werkgever en is het tijd om het roer om te gooien?’
‘Wat zou er dichter kunnen staan met wie jij vandaag bent en wat jij vandaag weet?’
‘Wie of wat heeft hier invloed op?
WIE wil je worden?
Door deze vragen te beantwoorden, activeer je periodiek ‘heroverwegen’.
Misschien, lieve lezer, blijven we zo wel bescheiden over ons vermogen om de toekomst vroegtijdig te voorspellen, ‘koesteren’ we de twijfel die we voelen over onze plannen en cultiveren we nieuwsgierigheid om nieuwe mogelijkheden te ontdekken of nog eens te kijken naar opties die we, wie weet, al hadden afgeschreven.
Heldhaftig doorzetten en dwaze koppigheid liggen vaak dichter bij mekaar dan we denken. Soms kan de beste optie zijn: Moed hebben, stoppen en heroverwegen.
Zaterdag 16 juni 2022
Met dank aan mijn heroverwegende voorbeelden en aan jouw, lezer die dit pad al bewandelt.
Infospirator, Practical Shaman
Comments